Droom nummer 51
De ultieme
hallucinatie: ik gaf weer les! Vijfentwintig paar ogen op mij gericht. Ik stond
daar wat bedremmeld vooraan, kletste wat, maar wist eigenlijk niet wat zeggen.
Plots kreeg ik een glorieus idee: ik ging een dictee geven. Het waren wel
leerlingen van hoger middelbaar, maar een dicteetje kon nooit kwaad.
Ik beschikte eigenlijk
niet over een handboek, alleen maar over een soort gescheurd boek waarin
kriskras door elkaar losse bladen waren geschoven, met teksten, artikels,
foto’s enz… Sommige teksten waren dan ook nog in zo’n kleine lettertjes gedrukt,
dat ik bij voorbaat al panikeerde…
Ik begon dus hier en
daar een zin te dicteren, uit een tekst die ogenschijnlijk over een befaamd ski-oord
ging, dan dicteerde ik traag een zin uit een andere tekst, een zin die ik ter
plekke omvormde zodat hij bij de vorige zinnen hoorde, dan weer naar de tekst
over het ski-resort, deze keer een zin over het exclusieve shoppinggedrag van
de dames wintergasten… Zo breide ik een stom dictee aan elkaar, foei! Ik had
het gevoel dat de sessie urenlang duurde, ik moest trouwens ook altijd de
wegglijdende bladen uit mijn boek recupereren, oprapen, rechtzetten,
uitsorteren.
Eindelijk was het
dictee gedaan. De leerlingen van de volgende groep stonden al klaar, ik zag het
meisje met het geruite hemd. De dicteeleerlingen zeiden tegen de volgende
groep: ach, het was niet veel zaaks, deze les….
Zaterdag 6 februari
2010
Droom nummer 52
We hadden net de bus
gemist, er reden zeker geen treinen. We zaten in dekens gewikkeld langs de kant
van de weg. Het sneeuwde al de hele ochtend. Omdat we het zo koud hadden,
verscholen we ons in onderaardse kelders. Er waren ellenlange gangen, we kwamen
uiteindelijk in een verlaten kasteel.
Een groepje blonde
jongeren, gothic style, gekleed in lange donkergrijze wollen jassen, wou
te voet verder. Ze wilden hun doel bereiken: de stad Angoulême.
Ik niet. Ook een
andere persoon, een jonge man, wilde eigenlijk uitrusten. Plots was daar een
vreemde kerel, hij was klein, donker, een beetje kaal en had de lichaamsbouw
van een mediterrane man. Hij lachte met een vreemde olijke lach. Voor hij
vertrok, kwam iemand uit de groep zeggen dat wij zeker niet naar buiten
mochten, het was te gevaarlijk.
De man lachte nog
breder. Ook zijn vriendin had een wrede lach, toen ze zij zich bewust werd van
mijn zachtaardigheid. Ze mompelde iets. Ik voelde hoe angst mijn ingewanden
binnendrong.
Maar plots had ik haar
beet. Ik greep haar stevig in haar blonde, wollige schapenkrullen, schudde haar
wild door elkaar, de demon.
Zaterdag 20 februari 2010
Droom nummer 53
En het gaat nog altijd
door. Gisteren droomde ik dat de Antwerpse dichter Guy van Hoof een relatie had
met een Tjetsjeens fotomodel met vierkante kaaklijn.
Droom nummer 54
Vannacht zijn
zeventien jongemannen doodgegaan, ik had net hun geruite shorts gestreken en ik
wou dat in elke kist een short meegegeven werd...
Woehah, af en toe slaap ik barslecht, word midden in de nacht wakker en geraak dan niet meer in slaap....
Woehah, af en toe slaap ik barslecht, word midden in de nacht wakker en geraak dan niet meer in slaap....
Zaterdag 6 maart 2010
Droom nummer 55
Ik had eindelijk mijn
liefde, mijn grote liefde, mijn tedere, passionele, alles verterende liefde
gevonden. A. Was mijn vurige geliefde. Wij liepen gearmd, hand in hand, wij
lagen om de haverklap in elkaars armen, we kusten en kusten en kusten… we zoenden als enthousiaste tieners.
Romeo en Julia.
Oma was helemaal
akkoord. We zagen haar in de winkel. Zij paste een glanzend zijden jurk. Ik bewonderde haar taille, maar toch was haar
lichaam een beetje oud, te vloeibaar.
Wat als ik zwanger
raak? Vroeg ik mijn geliefde. Maar hij zoende mijn bezwaren weg.
Plots moesten we
vluchten. We renden straatjes door, verstopten ons in steegjes, in kleine
rommelige winkeltjes, de soeks. Uiteindelijk
beklommen we een soort bouwsel, een heuvel bestaande uit een cybernetwerk van
buisjes, takken, houten en plastieken staven en plankjes…
Toen ik wakker leg lag
ik heel oncomfortabel tussen twee hoofdkussens, de nek gedraaid, mijn lakens en
dekens dubbel gevouwen en knellend rond mijn lichaam.
Ik had barstende
hoofdpijn.
Maandag 8 maart 2010
Droom nummer 56
Oeps, vannacht heb ik gedroomd: dat ik de hele tijd met een slapend leeuwtje,
vastgeklauwd op mijn rug, moest rondlopen. Het was eerst even schrikken, maar
daarna best warm en aangenaam. Maar ik kon niet gaan zitten, en geen gedichten schrijven
(ik woonde een poëzieworkshop bij). De chief van de workshop was afwezig,
niemand durfde de leeuw van mijn rug halen. Maar uiteindelijk kwam daar de
assistente, en zij pelde zacht de leeuw van mijn rug. Ze zei: wat is de leeuw
vermagerd!
Droom nummer 57
Ik droomde dat ik een
sms bericht kreeg van Toru. In een volgende flits rookte ik een roze Michel.
Ik droomde van een
vreemd dik kind, een klein meisje met krullen. Ze zag eruit zoals op heel oude
schilderijen. Ik zag haar bij Camille. Was zij het dochtertje van Yvette, was
zij mijn heel oude moeder, teruggekeerd als ukkie?
24-1-2011
Droom nummer 58
Een slanke man met kortgeknipt
donkerblond haar danste met mij. Ik stond op zijn voeten, hij walste vooruit en
ik dus de hele tijd achteruit. Hij had een bruine daimleren jas en hij hield
mij heel dicht tegen zich aan.
Het ging allemaal heel vlug,
ik bevond me in een roes.
Daar kwam Jaak aangefietst,
mijn redder in nood. We gingen eten, maar er was geen bord meer voor mij. Het
was het mooie bloemetjesservies van de vaste collectie van museum M.
Ik wou absoluut uit zo’n bord
eten en deed dus vlug de afwas!
14 augustus 2012
Droom nummer 59
Ik had een okkernoot als
schoothondje. Als ik riep: nootje, nootje…
Dan kwam het okkernootje
aangehobbeld en sprong op mijn schoot.
Ik werd wakker, moest naar het
toilet. Toen ik terug in bed kroop droomde ik prompt verder, dezelfde droom.
Ik riep nog eens: nootje,
nootje, maar toen kwamen twee helften aangedribbeld, de schelpjes waren leeg.
Iemand had het nootje
opgepeuzeld!
6 oktober 2012
Droom nummer 60
Hoe heerlijk moet
het zijn te slapen
In dit bleek
papaverveld. Duizend klaprozen
Als wolkenwitte
ballerina’s, hun kelken
Pronkend strak en
opwaaiend in maanlicht.
De avondkou omarmt.
De wind waait zacht
Als lucht maar in
mijn dromen in mijn slaap
Kijk ik verbaasd de
uren in. Ik wentel mij
In rokken van
gebroken wit, mijn stelen
Slank en buigzaam,
mijn sappen honingzoet
En smakend naar de
maan. Ik voel mij
Zwangerblauw en rijp
van zaad, maar hoor
Hoe messen scherp en
wreed papavers slaan.
Ik zie mijn zussen
krakend krimpen, hun jurk
Nog geurig van de
waan. Zij sissen gauw
Van hemelsblauw, hun
poederhart belooft
Wanhopig troost. Het
is nu tijd om op
Te staan, maar oeps!
Mijn dromen
Vloeien weg,
voorgoed van hiervandaan.
Opiumdroom, maandag 20 oktober 2014
Droom nummer 61
Ik zat op de schouders van een man, hij had
me in een opwelling opgetild en liep schertsend met me door de nacht. Ik droeg
roze tule en taft en satijn, mijn jurk wapperde bij elke stap. Ik glunderde en
schommelde met mijn blote benen.
Was die man mijn vader, was het A., was het
een nieuwe man, was het Konstantin uit Sturm der Liebe? We kwamen voorbij een
traliehek, waarachter een krokodil schuilde. Een man toonde het beest. Hij had
het in zijn armen gesloten, maar verwittigde ons: gevaar!
Mijn voordeur was gloednieuw (eindelijk
gerepareerd!) En blonk in de nacht. Thuis hadden mijn ouders het haardvuur
aangestoken, de vlammen likten warm en blauw aan het hout. Mijn dochter ging
naar bed, zij was weer slecht geluimd en mopperde.
Droom nummer 62
Ik werd achternagezeten door een vreemd
volk, een soort dwergen in geharnaste kostuums. Ik liep door akelige, nauwe
tunnels in het donker.
Eentje had mij bijna beet. Ik wist dat de
mannen me kwaad gingen doen, ik zou worden verkracht. Maar ik wou de kerel die
me te pakken had vóór zijn, en plots zat ik wild boven op hem.
Ik trok tijdens onze worsteling aan zijn ceintuur
om zijn pantalon te openen. Verbaasd ontdekte ik dat de dwerg lederen pampers
droeg, niet 1 pamper, maar verscheiden lagen pampers over elkaar heen, die ik
afpelde als een ajuin. De repen leer stonken een beetje naar urine, zij waren
vertikaal over elkaar geplooid, ook diagonaal en zelfs horizontaal vond ik
verschillende laagjes.
Droom nummer 63
N. Kwam mij in paniek vertellen dat Pipo,
onze kater, 32 graden koorts had.
Droom nummer 64
A. had mij achtergelaten in een snoep- en
delicatessenwinkel. Ik vond de fruitspekjes heerlijk!
Maar hij was weer op zwier: les 400 coups!
Ik voelde mij eenzaam en verlaten.
Droom nummer 65
Weer bevond ik me in een zoete winkel. Ik
moest voorraad verzamelen, want ik ging op reis. Ik zwierf van het ene adres
naar het andere, wou mijn koffers pakken, mijn gebakjes, pralines en
fruitbonbons inpakken. Maar de straten waren eindeloos verlaten. Ik verdwaalde,
vond mijn reisgenoten niet terug, noch mijn vrienden, noch mijn huisgenoten.
Droom nummer 66
Grafic novel
Een gedaante opende zich volkomen, spreidde
zich breed in de oneindigheid, het werd een gekrulde omgekeerde boog, met
zwarte rafelflitsen. Grafic novel.
In de boog nestelden wezens van ander
allooi, van vlees en bloed.
November 2014
Droom nr 67
Mijn moeder, mijn vader en mijn zus
beletten mij te ontbijten. Mijn pa plaatste altijd maar speelgoedkopjes naast
mijn bord, mijn ma schoof mijn pannenkoek op mijn bord heen en weer. En mijn
zus ging pardoes bovenop mijn pannenkoek zitten.
December 2014
Droom nummer 68
Lange slanke modellen, het waren mijn
vrienden. Daartussen evolueerde ik. Een meisje liet haar ellenlange knalrode
haren (middenstreepkapsel) golven in de wind. Het leken wel skeletten…
Dinsdag 27 januari 2015
Droom nummer 69
Vergaderingen. Wij bespraken dringende,
wereldschokkende zaken.
Het was ernst deze keer. Maar vooraf had ik
een sequence met een glimlachende mooie man. Hij leek een generaal in
burger, jong nog. Met bruine, kortgeknipte haren. Wij glimlachten
samenzweerderig, herinnerden ons vroegere zoenpartijen.
Ik sprak met de vrouwen. Zij hadden de
gedistingeerde gezichten van de dames in Den Haag.
Woensdag 18 februari 2015
Droom nummer 70
Oh, ik moet jonger geweest zijn, veel
jonger. Het kan anders niet dat jij, George,
me vannacht het hof maakte. Niet met mijn stramme bemen, mijn fobieën, mijn
inlegkruisjes en mijn vollemaansgezicht, niet zoals ik ben geworden, een white
gothic lady, een oude onwaardige dame, een seniorplusser. Niet nu.
Ik wervelde uit mijn droom, het was nog
zalig warm onder de dekens, buiten woedde een storm. Ik was lenig, je vertelde
me over je plannen, je leek niet uit je woorden te komen, want je was Franstalig.
Ach, ik wist dat je een vrouw had, een zwarte vrouw nog wel, maar het kon je
blijkbaar niet schelen en wat mijn jarenlange huwelijk betreft: ik dacht er
niet eens aan. Je betastte voorzichtig mijn frêle borsten. Ik wist dat ze,
alhoewel ze een beetje hingen, nog kneedbaar waren, ietsje sappig ook, mijn
huid nog fris en glad.
Welk verhaal rommelde op de achtergrond?
Mijn zus had eindelijk een lief. Ondanks haar oude, verlepte lijf, ondanks haar
debiliteit. Maar wat deed zij daar, naakt, met haar benen open op de vloer,
haar vulva kloppend en zuigend?
Ach, George, je nam plots en nogal bruusk
afscheid. Ik streelde nog vlug je hand, je wou weg, maar toch kreeg ik een
elegante, adellijke zoen van je, een hartstochtelijke kus op mijn rechterhand.
Maandag 23 februari 2015
Droom nummer 71
Ik zat met BDW in een panel.
Ik overtuigde hem: nog nooit, nog nooit had
ik mijn benen onthaard.
Ik had een gladde, blanke huid.
Voorjaar 2015
Droom nummer 72
Hij kwam terug. Ondanks het feit dat een
nieuwe liefde zich in mijn leven aankondigde. Dit keer was het een jongen met
een Scandinavisch uiterlijk. Een stevige kerel met blonde krullen.
Daar kwam hij de kamer binnen, mijn enige,
grote liefde. Zijn rechterschouder hield hij zoals vanouds een beetje
neerwaarts gebogen, hij lachte zijn rimpeltjes in, zijn flitsende ogen vol
binnenpretjes.
Plots was daar een hele familie, ook
vrienden waren uitgenodigd.
Mijn nieuwe liefde liet met een glimlach
toe dat ik mijn oude liefde verwelkomde.
Ik voelde me dolgelukkig. Ik leunde tegen
hem aan, ik wou opnieuw mijn oude liefde tot leven wekken. Mijn gelaat dicht
tegen het zijne.
Ik zocht zijn warmte.
Die zinderde door heel mijn lichaam.
Juni 2015
Droom nummer 73
Toru, weer eens. Hij was op bezoek. Elk
deeltje van mijn lichaam, mijn huid, mijn ingewanden, mijn lymfe, zong een
afzonderlijk lied. Zoals de weeë, nostalgische melodieën (Indië, Pakistan?) die
gisteren van bij de buren over de muren over de Gelderse rozenstruik en de
hibiscus naar mijn tuintje dwaalden, naar mijn balkonnetje.
Een vriendin van hem was ook op bezoek. Zij
had een lief gezicht, maar in mijn diepste binnenste vroeg ik me toch af: hebben
zij een liefdesrelatie? Ik praatte met haar, kwebbelde.
De magie tussen Toru en ik was intens. Wij
schuifelden om elkaar heen, tuimelden op de grond, fluisterden verhalen… hij
lachte.
Ik ging kokkerellen. Vlees. Sukiyaki. Ik
moest runderlapjes flinterdun snijden en dan nog in reepjes. Ik knipte het
vlees met de keukenschaar in stukjes. Ik knipte en knipte, maar de kom was te
klein: de stukjes vielen altijd opzij. Het was alsof er altijd maar vlees
bijkwam.
Daarna nog een beeld van een bloeiende boom
in een plantsoen, op de binnenkoer van het reusachtige gebouw waarin wij
woonden.
Dinsdag 16 juni 2015
Droom nummer 74
Ik
was weer in het kleine huisje. Mocht even de tuin in. Ik herinnerde mij het
tuintje. De groengeverfde latten van het punthekken dat de tuintjes van de buren
afbakende. Rechts Paula en Jan, links Maree.
Het
gammele duivenhok achteraan. Het houten bankje, vanwaar je de duiven kon zien
struinen en hun vleugels strekken. De preistruiken, de radijsjes. En altijd
weer de geur van druivenstront.
Het
kleine afdak, waar je kon schuilen als het regende. Er was niet veel plaats.
Onder het afdak de resten van een oude houten wasmachine met zwengel, de
onderdelen opeengestapeld.
Je
moest eerst door het huisje lopen, de voorplaats, de keuken, over de koer naar
het tuintje.
Maar
tot mijn grote consternatie was er geen tuintje meer. Ik kwam uit op een vlak
soort pleintje, bedekt met glanzend asfalt. Je moest zelfs een trapje op om het
te bereiken.
Ik
voelde voorzichtig met mijn rechtervoet of het pleintje geen verraderlijke val
was, of de grond niet zou doorzakken als ik erop liep.
Dinsdag
21 juli 2015
Droom nummer 75
Ik
droomde dat Ahid twee kamelen wou houden in onze tuin. Ik gilde. Jij wordt een
rasechte Arabier, riep ik verontwaardigd. Hoefde niet, verontwaardigd zijn bedoel
ik, want hij was een Arabier.
Maar
kamelen in mijn tuin …..
Ogenblikkelijk
was daar ook, in een flits, de gedachte: goed zo, die beesten kunnen dan aan de
wildgroeiende klimop knabbelen, de in de wind waaiende wederik te grazen nemen,
de verdorde knoppen van mijn uitgebloeide hibiscus naar binnen harken…
Eigenlijk
nog zo geen slecht idee!
Trouwens,
Jan Hoet junior wil twee giraffen houden in zijn tuin in Serranova, Italië.
Wat
zouden die te eten krijgen?
vrijdag
31 juli 2015
Droom nummer 76
Ik
kapte de haren van N.
Ik
herinner me niet meer of ik haar lange donkere manen borstelde, of knipte, of
verfde.
Plots
kwam mijn vader uit het niets opduiken, Met zijn kam toonde hij hoe ik haar
haren achter haar oortjes moest kammem, zo met een slag.
Zij
zag er plots uit als een vrouwelijke, voor de variant acajoukleurige Ragnar, zo
weggelopen uit de serie ‘Vikings’. Of een adept van de punkscène.
Er
wriemelde en wemelde nog heel wat rond deze droom. Diep in mijn onderbewustzijn
hield ik die duistere moves geheim.
Ik
wou ze niet oproepen, ik wou ze niet weten.
Want
ze waren angstaanjagend, door en door verdorven en zondig.
Vrijdag
21 augustus 2015
Droom nummer 77
Ahid
ging op de vlucht. Hij droeg een zware reiszak in zijn rechterhand. In de hoek
van zijn linkerarm droeg hij een pakje, in een handdoek gewikkeld.
Het
was een pasgeboren baby.
Ik
riep verontwaardigd: stop die baby toch in een draagmandje!
Maar
wij hadden geen draagmandje.
Uiteindelijk
stopten wij de baby in de met bloemetjes versierde breitas van N. De breitas
die ze zorgvuldig had uitgekozen bij Veritas. Waar nu een oranje pull, net
afgewerkt, uitpuilde.
Ik
dacht zo: we kunnen de baby helemaal verstoppen in de tas, we laten de rits
even open, dan kan hij ademhalen.
Hij? Hij? Was het een jongetje? Was het Aylan?
Neen,
het was EEN MEISJE. Het was Stella, mijn nieuwgeboren achternichtje.
Zij
was gekomen om de dode Anna te vervangen.
Dinsdag
8 september 2015
Droom nummer 78
We
moesten niet verhuizen, we hadden al een extra huis!
In
de tuin hadden wij een geheim luik ontdekt, een trapje naar beneden en dan
kwamen wij in een enorme stoffige ruimte, die onder de andere tuintjes doorliep
en aan de zijkant, in de Meiboom, uitkwam.
Plots
waren er renovatiewerken: het luik was vervangen door enorme glazen
rechtopstaande deuren en ramen. De onderaardse krocht was helemaal wit geverfd,
en ik zei: hier kunnen we wonen, hier kunnen we dansen, hier kunnen we een party
houden.
Maar
we wilden weer naar boven. De glazen deuren waren potdicht.
We
riepen naar de werkmannen, die we nog hoorden praten door de wanden heen.
Maar
zij spraken geen Nederlands, geen Frans, geen Engels.
Zij
spraken Pools.
En
ik weet niet wat Philippe hierbij kwam doen.
Plots
zocht ik samen met hem naar een oplossing. Wij keerden op onze stappen terug. Onderweg
kwamen wij collega’s tegen die naar huis holden, naar de andere uitgang.
Ik
kwam tot het besef dat Philippe een Don Juan was, dat hij veel trek had bij
vrouwen.
Dinsdag
8 september 2015
Droom nummer 79
Mijn
vader was waanzin. Hij stommelde de trap af naar de keuken, zwierf in huis
rond, praatte tegen zichzelf. Het leek wel of hij dronken was.
Ik
wou ook naar beneden, maar een vreemd wezentje versperde me de weg.
Het
had het donkere hoofdje (ponykapsel met lange steile zwarte haren) van een
Japanse pop, een oyama ningyô (尾山人形), ook
wel geisha-pop genoemd, omdat ze een geisha voorstelt.
Maar
de romp was superklein, de armpjes en beentjes waren gekromd, als de poten van
een insect. Een spin.
Het
wezentje krabbelde vliegensvlug, als een heel origineel kleurig spinnetje, naar
beneden.
Ik
weet niet of ik in mijn droom de trap ben afgedaald.
Zaterdag
26 september 2015
Droom nummer 80
Wij
waren op de vlucht. We deelden het lief en leed van zwervers. Het was allemaal
vaag, ik herinner me interieurs met lange, akelige doorgangen, vuile wc’s, niet
werkende douches, zaaltjes met stapelbedden, gore pleintjes tussendoor. En
bagage, bagage, bagage, opgestapeld in de hall, in zijkamertjes. Kapstokken,
overvol behangen met kledij. Er hing een geur van modder en zweet.
Wat
zocht ik in die chaos? Mijn leuke
roodgeruite plastieken picknicktas! Ik vond ze niet en was wanhopig. Had het gevoel
dat niet alleen de plastieken tas,
maar ook de rest van mijn kleren en huisraad verdwenen was.
Maar
wat deed Ahid even later, in een volgende droomfase, met die langharige kwast,
die borstel als een lange zwarte paardenstaart? Hij liep en zwiepend mee over en
weer, besprenkelde ons, besprenkelde de kamers, aldoor prevelend., aldoor
prevelend…
Donderdag
19 november 2015
Droom nummer 81
Ik
was op een groot eetfestijn, ik zat naast Maggie De Block en we aten cupcakes
om duimen en vingers van af te likken. Zij
vroeg me of dat wettelijk wel in orde was, want ik werkte nog en was
bijna zeventig.
Plots
kwam een mooie jongeman glimlachend tegenover mij zitten, hij keek me niet aan
maar glimlachte, hij straalde. Zijn kleding was licht en glanzend, hij had
donker haar en droeg een bril. Ik respecteerde zijn terughoudendheid en
herinnerde me dat wij vroeger iets hadden gehad met elkaar.
Ik
liep door een massa mensen, iedereen bediende zich van heel wat lekkers. Toen
zag ik een gedistingeerde grijzende zwarte man, hij was mijn vroeger lief en ik
vroeg hem of hij die mooie tekst had geschreven.
Donderdag
31 december 2015
Droom nummer 82
De
dag voordien had ik per abuis een bruin papieren zakje (waar fruit en groenten
op de markt worden ingepakt) met keukenschillen (van aardappeltjes, 1 appel) in
de ijskast gedeponeerd, ipv in de vuilbak.
Hilariteit
alom bij de ontdekking van mijn stommiteit.
Diezelfde
nacht droomde ik van David Beckham. Ik was, geloof ik, de nanny en/of de
huishoudhulp (of een vriendin des huizes) en ik kreeg van David een standje
omdat ik de aardappelschillen in de ijskast had opgeborgen.
Zondag
10 januari 2016
Droom nummer 83
Ik
paste kleren in een supertoffe winkel.
Eindelijk
zou ik mijn baksteenrode pakje vinden.
De
bovenstukken (tunieken, bloeses, jasjes) pasten allemaal en waren heel luxueus
versierd met brokaat en bloemen en ruches, maar geen enkele pantalon paste.
Geen
enkele.
Zondag
6 maart 2016
Droom nummer 84
In
de namiddag had ik naar een praatprogramma op radio Klara geluisterd: La vie
est Riguelle. Een zekere Roberta zong Y'a tant
d'amour.
Ik had vroeger een jonge collega die Roberte
noemde. Een leuk dametje.
Die nacht droomde ik dat ik weer van het
onderwijs. Roberte had een opdracht in mijn stad en ik moest gaan lesgeven in
een school in haar woonplaats. Heel stom. Waar wij precies woonden was in mijn
droom nogal vaag: Halle? Laken? Brussel? Herne?
De droom eindigde in chaos: ik moest
dringend lesgeven, zeulde vermoeid met handboeken, had niets voorbereid, kwam
uren te laat op school…
Zondag 6 maart 2016
Droom nummer 85
Ik
lag met een jonge blonde man lepeltje lepeltje. Hij was niet al te groot en zag
er een beetje armoedig uit.
Misschien
was hij wel door iemand verplicht om bij mij te slapen. Hij keek heel
verwonderd en plots werd ik wantrouwig.
Alles
gebeurde in een flits: onmiddellijk daarna voelde ik me wanhopig: mijn bagage,
mijn weinige bezittingen die ik had meegenomen op deze vlucht …. Alles was
verdwenen.
Ik
wist niet waar ik me bevond, waar ik naartoe wou, of ik veilig was…
Maandag
4 juli 2016
Droom nummer 86
Aan
tafel had hij iets fenomenaal kwetsend tegen me gezegd en ik was waardig
opgestaan en had het gezelschap verlaten.
Er
was iets met mijn zilverkleurige oorbellen, de oorbellen die ik op een plaatselijke
presentatie van amateur-juwelenontwerpers in de lokalen van de Joepie
had gekocht. Het waren vierkante oorbellen met een prachtig filigraan van
zilverkleurige draden binnenin.
Oeps!
ik was 1 oorbel kwijt, dacht ik. Maar bij thuiskomst lag die verloren oorbel op
het kastje. Ik besefte dat ik in de andere oorlel een kleine oorbel had
bevestigd, met een amberkleurig steentje erin.
Maar
wat was ik blij dat mijn zilveren paar oorbellen weer volledig was!
De
volgende dagen liep ik zo gelukkig rond, de collega’s die eerst een beetje gegeneerd
waren omdat ze zich de scene aan tafel herinnerden, keken verbaasd naar mijn stralende
glimlach.
De
kerel die me had beledigd besnuffelde me, zocht naar een voorwerp met zijn
handen in mijn decolleté … waarnaar … ik
weet het niet, maar ik liet het grinnikend toe, want wij waren weer bevriend.
Ik
herinner mij niet of hij een beruchte collega was, of de dorpsgek, of een vreemde
bezoeker. Hij had bolle wangen, een dikke sensuele mond en krulhaar. Wie, maar
wie was die man?
dinsdag
5 juli 2016
Droom nummer 87
Altijd
hetzelfde scenario: ik was op de vlucht. Verloor steeds maar meer bagage.
Verloor vrienden en kennissen. Raakte de weg kwijt in opvangcentra, leegstaande
fabrieken, pakhuizen, scholen…
Overal
rommel, leeggehaalde koffers, kleren verspreid over de vloer.
Ik
moest naar de WC. De deur kon niet dicht: het slotje was kapot. Terwijl ik
neerzat, probeerde iemand binnen te dringen. Ik hield met mijn rechterhand de deur
tegen. Altijd opnieuw duwden ze tegen de deur. Tenslotte hield ik de deur op een kier.
Een leurder probeerde me zijn waren aan te praten. Hij toonde me een gouden
portemonnee. Hij wrong zijn arm naar binnen en in zijn hand glinsterde het
bling-bling object.
Ik
voelde een vreemde begeerte in mij.
Oktober
2016
Droom nummer 88
Ahid
had voor mij en mijn dochter een gordeldier gekocht.
Hij
zei dat het een vriendelijk dier was.
Het
bleef braaf in zijn hoekje zitten.
Maar
we mochten niet giechelen.
Als
we durfden te giechelen, zou het gordeldier kwaad worden en chargeren.
En
als ons gordeldier chargeerde, waren wij niet meer veilig.
Oktober
2016
Droom nummer 89
Ahid
droeg een sjaaltje op zijn hoofd.
Het
was een sjaaltje dat mijn moeder (hoeveel jaren geleden toch, zij is al dertig
jaar dood) nog had gemaakt van een lapje stof dat ik uit Japan had
meegebracht.
Het
was een bloemetjesstof, met motieven van margrietjes (of chrysanten?) kersenbloesems
en als ik me niet vergis… hibiscusbloemen. De bloemen zijn allemaal rozeachtig
beige van kleur, de hartjes zacht oranje. De achtergrondkleur is zwart.
Nog
niet zo lang geleden heb ik het sjaaltje opgediept uit mijn krochten.
Bevreemdend,
hoe lang een stukje katoen meegaat.
Oktober
2016
Droom nummer 90
Net
voor ik wakker werd doemde een masker voor me op, een wit masker, zoals in het
No theater. Een perfect ovale gelaatsvorm, grote starende ogen, zwart omrand.
Het masker naderde, het werd meer en
meer angstaanjagend, de oogkassen leken zwarte, gevaarlijke gaten.
Zelfs
toen ik definitief ontwaakte en me een beetje bewoog in bed, bleef het masker
net voor mij zweven, de ogen staarden me dreigend aan. In het geheel duurde dit
maar een paar tellen, ik was wakker en droomde tegelijk. Ik keek en ik keek
terug, mijn gelaatsspieren deden er pijn van en ik had kramp. Daar zag ik de
vertrouwde contouren van mijn slaapkamermeubeltjes.
Had
de indruk dat ik door strak te staren het No-masker had doen verdwijnen.
Maar
gerust was ik er niet op.
November
2016
Droom nummer 91
Jim
Morisson van Guns and Roses stond dicht tegen me aan. Eigenlijk zat ik neer en
ik zag hem rijzig van uit de hoogte en de verte naar me kijken.
Zijn
haren krulden om zijn hoofd, zij omringden zijn voorhoofd. Achter hem waren de
spotlights.
Hij
glimlachte heel vreemd, als was hij een roofdier, een vos. Het was net of hij
me tomeloos bewonderde, zijn ogen schitterden en staarden me heel lang en heel strak
aan. Heel zijn gelaat leek te glinsteren, hij zag er koortsig en heftig uit,
zijn houding was dierlijk gespannen en eigenlijk leek hij een beetje
angstaanjagend. En altijd die glimlach.
Ik
zat blijkbaar op een stoel of op een bed, ik herinnerde me het witte truitje
dat ik strak om me heen trok. Ik aaide de comtouren van mijn borsten, mijn
lenden.
Maar
van mijn buik of mijn benen herinnerde ik me niets. Ik was ofwel onderaan
naakt, ofwel bestond mijn lichaam alleen uit een romp en was mijn onderlichaam
onbestaande.
December
2016
Droom nummer 92

Bron: Numismatiek van de Oudheid I Dr. Liesbeth Claes
http://slideplayer.nl/slide/2105416/
Samen
met Bart De Wever op een schoolfeest. Of was het een receptie? Veel volk,
tuttige dames.
Ik
betaalde voor een drankje met een biljet van 50 euro. Ik kreeg een groot zilveren
muntstuk als wisselgeld, het leek een drachme of een obool. Er stond een
dolfijntje op, zoals op de afbeelding van een muntje in de nieuwe bundel van
Eva Gerlach, Ontsnappingen, op p. 47, juist onder de titel van de cyclus
het slapeloze. De dolfijn springt op bij de sikkelvormige haven van de
stad Zankle, nu Messina.
het slapeloze bevat gedichten over
scheepgaan, een zeereis, orakels, een wrak, een strand, een aankomst.
Bart
schrok: mijn munststuk was wel 320.000 frank waard. Hij wilde dat ik hem het
munstuk overhandigde, ze hadden zich vergist met het wisselgeld, zei hij. Hij
zou alles in orde brengen.
Verdorie,
hij wou me bestelen.
Mijn
geld pikken!
Januari
2017
Droom nummer 93
Ik
droomde dat Cognac Hennessy het deed met Courvoisier. Er was ook nog een derde
soort Cognac bij betrokken, maar ik herinner me niet meer of het Otard was of
Camus.
Droom nummer 94
Ik
danste. Op mijn voeten danste een wezentje mee, rugwaarts naar mij gekeerd. Ik
hield het vast aan zijn handjes, het was een dwergmensje. Het was een freel
lichaampje, ik drukte het bijna plat. Toen gleed het plots van mijn voeten.
Het
wezentje was Clara Haesaert.
Droom nummer 95
(Dit
keer niet mijn droom, maar die van Lieve…)
We stappen altijd dieper in zee, over rotsblokken en plots zie ik een dikke bruingevlekte slang voor me liggen en wat verderop een krokodil. Ze maken geen aanstalten om aan te vallen en blijven rustig in het water liggen terwijl ze ons aankijken. Ik vind het akelig maar stap verder de zee in tot we op een eiland aankomen. Ward volgt me op een afstand zonder een woord te zeggen.
De bodem van het eiland is van gestampte aarde. Er staan enkele bedden en mensen lopen heen en weer. Het is er kalm. Ik zit op mijn bed. Het is nog klaar maar blijkbaar is het tijd om te gaan slapen. Net vooraleer ik me neerleg zegt Ward: "Het is hier de gewoonte dat mensen al eens iets van je meenemen, maar ze leggen altijd wat in de plaats."
Ik word wakker en ontdek dat mijn mooie groene schoenen uit fijn leder verdwenen zijn en vind in de plaats daarvan een paar veel te grote lelijke plasticschoenen. Ze waren toevallig ook groen. Ik wend me tot een dame die ik voor een verantwoordelijke houd en doe haar mijn verhaal. Ze leidt me naar een klein meisje verderop en van dat meisje met dik krullend haar krijg ik zonder verdere discussie mijn mooie lederen schoenen terug.
EINDE
Droom nummer 96
Het was een jonge man, hij had nog bolle wangen. Hoge jukbeenderen, spleetvormige ogen, een roze gelaatskleur, een rare glimlach. Hij lonkte naar me, plots was zijn gelaat dicht bij het mijne. Hij keek vrolijk en enthousiast en verrukt. Alsof wij samen een heel leuke tijd gingen hebben. Alsof hij reeds een erectie had bij voorbaat. Hij liep trouwens een beetje rood aan, hij hijgde.
Toch dacht ik onmiddellijk dat er iets niet klopte, dat hij een rol speelde en al zijn verleidingskunsten moest gebruiken om mij te plezieren, dat hij eigenlijk niet graag me mij flirtte, dat hij liever een jongere vrouw zou gewild hebben.
Misschien was hij een lover boy en had hij de speciale opdracht gekregen mij te op te vrijen.
Toen pakte hij me van achteren beet, hij omklemde mijn lenden met beide armen, tilde me op, verscheidene malen, en jah en jah en jah, zoals je soms doet bij een kind, om te spelen.
Maar ik vond dit niet plezant.
Het was allesbehalve echt.
Droom nummer 97
Volgens de oude boeddhistische voorschriften moet je inslapen op je linkerzij, omdat je hart dan minder belast is. Ook de levensregels van de sharia zeggen hetzelfde.
Maar in mijn droom lag ik echter op mijn rechterzij, ik was een garnaal, ttz ik lag niet in een rechte lijn, maar zacht gebogen als een roze garnaal. En A. lag achter mij, dicht tegen mij aan. Die zachte mannelijkheid. Hoe zeggen ze dat weer? Lepeltje, lepeltje. Ik voelde me helemaal warm en gelukkig. Ik zweefde als het ware, het was alsof ik droomde en droomde in mijn droom, ik glimlachte. Daar bewoog (eindelijk, eindelijk) een hand naar mijn onderlichaam, ik voelde mijn schaamlippen en venusheuvel door een warme streling gekoesterd. Ik genoot.
Maar toen ik wakker werd lag ik tegen een heuvel van lakens en dekens en mijn vingers grepen in mijn kutje.
Droom nummer 98
Dit jaar was het een verschrikkelijke zomer… maar
eergisteren in mijn droom die ik me eigenlijk niet herinner 1 beklijvend beeld:
mijn hibiscus, alle bloemen in bloei, geen bloemen in knop, geen slensjes, maar
bloemen (veel, veel) wijd open en vrolijk naar me wenkend en dringend vragend om
bewonderd te worden.
Heel vreemd, dat strakke wijde witte…
droom nummer 99
hij was teruggekomen, mijn lief, mijn lief.
daar stond hij vriendelijk te pronken, prachtig uitgedost in een ouderwetse maar sjieke outfit: een beige overjas in engelse snit, daaronder een kostuum van armani (?), met das en luxueus overhemd, in een iets donkerder tint sepia. hij lachte zijn wolventanden bloot, zijn snor a la maupassant opende zich als een grappige mini gebogen borstel - zo eentje waarmee je achter de chauffage het stof wegwist - op zijn stiff upperlip.
hij keek me aan, afwachtend, verliefd. zijn beige outfit, zijn gebruide huid, zijn felle spleetogen achter zijn hip metalen rond brilletje.
ik vond het jammer, maar ik kon niet langer bij hem blijven, ik moest administratief werk doen voor de VVL.
droom nummer 100
ik droeg een wit mannenpak en ik was een engel. mijn jasje paste wonderlijk wel, mijn buikje was nauwelijks zichtbaar. maar rond mijn hals had ik een bloemensjaal geknoopt. de vrouwelijke touch.
ik herinner me niet meer of ik lang haar had, of kort haar. ik herinner me niet meer of ik al wit haar had, een witte engel met wit haar.
ik droeg een wit mannenpak en ik was een engel. mijn jasje paste wonderlijk wel, mijn buikje was nauwelijks zichtbaar. maar rond mijn hals had ik een bloemensjaal geknoopt. de vrouwelijke touch.
ik herinner me niet meer of ik lang haar had, of kort haar. ik herinner me niet meer of ik al wit haar had, een witte engel met wit haar.
September 2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten