dinsdag 13 januari 2015

VERZAMELBUNDELS: fragmenten

Uit elke verzamelbundel wil ik een gedicht of een teksfragment publi:

         












er staat geschreven

dat iedereen als woorden zal veranderen



zo vreemd en verwonderlijk,

het gevoel dat me onlangs bij het zappen

overviel. per toeval kwam ik terecht bij een natuur-

programma van de bbc, pal op het scherm verscheen

het engelse platteland, met op de voorgrond

een weelderige boom, de kleur groen alomtegenwoordig,

van jadegroen tot gifgroen. de rust die me toen overviel,

het gevoel van oneindige liefde, van volmaaktheid ook.



(het laatste wat ik zou verwachten, want

tegenwoordig loop ik nogal te koop met tekortkomingen,

zo van: wij zijn maar mensen, we zijn niet volmaakt.

de laatste jaren bijvoorbeeld voel ik me overrompeld

door een gevoel van allesoverheersende verontwaardiging.)



het was perfect, zo organisch, net alsof ik zelf een boom werd,

net alsof ik opgenomen werd in een groen schuimend wolkenveld,

in pistachekleurige mistbanken, in een frisgroene

          lentekleurige motregen, de hemel


De titel is een vers uit het gedicht Huwelijkslied 1 van de Zuid-Afrikaanse dichteres Antje Krog (Lijfkreet, Uitgeverij Podium, Amsterdam, 2006, p.10).



Klik op de afbeelding om de link te volgen













 een nieuwe zomer

      omtrent mijn zogenaamde woestheid 
      wil ik echt geen woorden kwijt, ik weiger pertinent.
      ik zeg: dit zomerrood is vuur. ik presenteer 
      de weerbaarheid van vlees, het wachten 
      op het zachte – maar ook het dieproze vertoeven. 
      ondanks mijn tintelende opening, mijn huichelen,
      mijn dijen zogenaamd, spijt het mij zeer.
      dat jokkend reflecteren van jouw licht -

      niets anders dan een droom, een land van zand.

      jij mag mij desondanks wel welig koesteren,
      dat sta ik teder toe. genieten van mijn eigen veinzen. 
      ik weet, mijn schacht is hoog, mijn buik is zoet,
      een hemelvaart van honing. ik wiebel in oranje, 
      ik wemel karmozijn, ik zinder en hou dapper stand.
      ik feliciteer en zeg: dans, dans, dans nu met mij,
      reik mij de hand. in deze nieuwe zomer 
      schuim ik ronduit vermiljoen. 



 

stoomreiniger
 
bestel ik nu de stoomreiniger van happydays om overal te gebruiken voor reiniging & ontsmetting snelle opwarmtijd 5 minuten veel accessoires, stoompijp, maatbekers, trechter, slang, kierenborstel, draaggordel en ramenwisser 900w? ook wil ik een huispak lichtblauw of crèmekleurig van de wibra xxl tokuyin yoshioda ontwierp gedeukte krukjes van polyethyleen ze komen echt tot hun recht als je erop zit het lijkt dan of ze bezwijken onder je gewicht ze zijn bestand tegen weer en wind kunnen zowel binnen als buiten geplaatst worden maar o jee stikduur zo wil ik ook met deze woorden overal wil ik ze gebruiken in huis buitenshuis op de grond & aan de muur voor zakelijke of literaire bedoeningen zo wil ik mijn & jouw woorden met helder stomend water van alle goedkope smet ontdoen na een opwarmtijd van een kwartier (ondertussen drink ik een kopje koffie met kardamon eet een lekkere boterham met dikke krokante korstjes wat zeg je ja ontbijt) daarna ga ik reinigen mijn woordenvloed matigen ergens nog woorden proberen tussen te trechteren als een slang met woorden sissen tussen de kieren van jouw vel wil ik woorden stomen zelf draag ik mijn overkokende woede om mijn gordel lap jouw ramen doorzichtig in mijn crèmekleurig badstof pakje wil ik nu alleen maar zijn de vrouw die droomde van gedeukte krukjes  



Het ijs op het ven
geeft aan alles eromheen
dat buitentijdse;
hoe mijn ademhaling dan
in zichzelf besloten raakt.

 SB
.

Ijs is bevroren water en verschijnt in uiteenlopende vormen: ijsbergen, ijspegels, ook hagel of sneeuw. De lagere dichtheid van ijs heeft als gevolg dat het blijft bovendrijven en een isolerende laag vormt, die ondiep water in de winter voor totale bevriezing behoedt - wat misschien een grote rol heeft gespeeld bij het ontstaan van het leven op aarde.[i]

.

Tijdens een vroege winterwandeling geconfronteerd worden met een bevreemdende ervaring: de aanblik van een bevroren ven. Het ijs weerspiegelt het ochtendlicht in al zijn schakeringen. Op de achtergrond zie ik besneeuwde dennenbomen en bepoederde struiken. De heide is doodstil, verzonken in een verrukkelijke winterslaap. Onder mijn laarzen knispert het veenmos.

Ijs bezit een mysterieuze aantrekkingskracht: voorzichtig schuifel ik naderbij. Misschien is het ven wel doorzichtig... Plots wil ik peilen naar het diepste water onderwater, naar het verborgen leven, dat wellicht in een geglaceerde outfit gracieus rondwervelt onder het ijs. 

Oeps! Ik glijd uit op de bevroren moerasgrond. Mijn hart bonst in mijn keel, mijn ademhaling stokt. Hoor ik het wrijven en tikken van onderwaterleven onder de ijslaag, oeroude plantjes of kleine insecten en amfibieën die uit hun ijscocon wiilen ontsnappen? Of voel ik een vreemde aanwezigheid, fluisterstemmen die ik niet nader kan omschrijven?

Wil een ijsgod me een verhaal vertellen, wil hij me lokken naar de eeuwige ijsvelden, waar ik, de  ijskoningin, in een fonkelende slee, met sneeuwkristallen in mijn haar en een kroon van lumineuze ijspegels, voor altijd mag ronddwalen, mijn zorgen frozen for ever? 
Ik voel me wegflitsen naar een buitenaardse plek, naar een verre sprookjestijd.

Met ingespannen aandacht begeef ik me opnieuw naar de begaanbare weg. Oef, ik glimlach opgelucht. Misschien was er niks aan de hand, misschien sloeg mijn fantasie op hol.

Toch had ik voor even het gevoel geraakt te zijn door de oneindigheid...



[i] Zie http://nl.wikipedia.org/wiki/IJs_%28water%29



een ruwhouten hut,
een voornaam en jaartallen,
met vaste hand ingekerfd;
zij hoedde schapen,
kwam bij schemer thuis, molk ze,
sliep met de hond in hun stal.

nvo, naar simon buschman

Mijn collega G. organiseerde jarenlang bosklassen in Oteppe, een dorpje in de provincie Luik. Daar leerden de leerlingen de grenzen van hun verwend (stads)leventje te overschrijden. Werd eerst geklaagd over pijnlijke voeten en slaaptekort, dan konden onze tieners na enkele dagen een dropping doorstaan op moeilijk terrein en beklommen ze gezwind de steile rotsen aan de oevers van de Mehaigne. Maar het verhaal dat G. toen vertelde, maakte een sterkere indruk op mij dan de vorderingen van mijn leerlingen.

Tijdens een trektocht in de provincie Huesca (Spaanse Pyreneeën), daalde hij met zijn gezin voorzichtig een steile heuvel af, op zoek naar een gids in het dorp. Het was die dag juist markt. Vanuit de bergen kwamen de boeren olijven, tomaten, uien, bonen en kaas te koop aanbieden. Pedro, de pas ingehuurde gids, leidde het gezelschap rond. Ze schrokken van een opvallende verschijning. Een jonge vrouw met superlang krullend haar, gekleed in een oude overall, kwam doodgemoedereerd het bergpad afgewandeld. Zij had een jong kind bij zich, dat schrijlings op een zwaar bepakt ezeltje zat. Zij zag er ongelooflijk wild uit. Haar trotse blik spiedde de omgeving af als een dier.

‘Dat is Almundena, zei Pedro, ‘zij verkoopt schapenkaas.’

Niemand wist waar zij vandaan kwam. Op een dag was zij in het dorp verschenen en trok daarna de bergen in. Waarschijnlijk was ze in haar eentje bevallen in een verlaten hut. Het was duidelijk dat deze prachtige jonge vrouw het moderne comfort de rug had toegekeerd. Waarvan leefde zij? Men zegde dat zij bevriend was met herders uit de streek en samen met de schapen in de vrije natuur sliep. In de winter logeerde zij in een stal.

G. vroeg zich af, hoe een jonge vrouw dit harde leven aankon. Zijn eigen knappe dochters, die computerspecialist wilden worden en net hun rijexamen hadden afgelegd, waren er niet gerust in. Wat was nu het ideale leven? Een eenvoudig bestaan als herderin of een modern (nep)leven met computers, supermarkten, hippe winkelcentra en files? 

Almundena zou niet de eerste zijn, die een ongebonden leven in de natuur verkoos boven de drukte van de grootstad.
 


 
roses tremières

stokrozen bestaan. oude stokrozen,
jonge stokrozen. peaches & dreams, crème de cassis.
vroeger mocht je nog zeggen: althaea rosea van althos,
geneesmiddel. tegenwoordig, wil je nog meedoen, zeg je:
de alcea bestaat. gelukkig is de familienaam tenminste
dezelfde gebleven: kaasjeskruid of malvaceae.

ach, in een gesprek worden bloemennamen niet meer
genoemd, de namen van bomen, mist of regenwolken.
de tuinen worden niet meer genoemd, de kleine, de vriendelijke
of de verwaarloosde. houten blinden, wankel tafeltje, witte muren.
waarlangs, nonchalance ten top, een zacht windje waait
door de heen en weer wiegende, heerlijke roses tremières.



Arabische en Afrikaanse SF: het verleden opeisen, over het heden nadenken, de toekomst onder de ogen

Arabische en Afrikaanse SF: het verleden opeisen, over het heden nadenken, de toekomst onder de ogen zien Inleiding Alhoewel fervente ...