Ik vraag me af of Sonja vom Bracke, Eline Ruuth enz... hun teksten spontaan schreven of er veel aan hebben gewerkt.
Zelf heb ik enige dromen van mij verzameld (zie mijn dromen-pagina) omdat zij mij ook lijken te passen in dit soort literatuur: het absurde, het onverwachte, de besmuikte erotische spanning...
Heb ze een beetje bewerkt, vooral verdicht.
Daar gaan we:
Oorbel
Aan tafel had hij iets
fenomenaal kwetsend tegen me gezegd en ik was waardig opgestaan en had het
gezelschap verlaten.
Er was iets met mijn
zilverkleurige oorbellen, de oorbellen die ik op een plaatselijke presentatie in
de lokalen van de Joepie had gekocht. Het waren vierkante oorbellen met
binnenin prachtig filigraan van zilverkleurige draden.
Oeps! ik was 1 oorbel kwijt.
Maar bij thuiskomst lag die verloren oorbel op het kastje. Ik besefte dat ik en attendant in de andere oorlel een
kleine oorbel had bevestigd, met een amberkleurig steentje.
Maar wat was ik blij dat
mijn zilveren paar oorbellen weer volledig was!
De volgende dagen liep ik
zo gelukkig rond, de collega’s die eerst een beetje gegeneerd waren omdat ze
zich de scene aan tafel herinnerden, keken verbaasd naar mijn stralende
glimlach.
De kerel die me had
beledigd besnuffelde me, zocht naar een voorwerp met zijn handen in mijn
decolleté … waarnaar … ik weet het niet,
maar ik liet het grinnikend toe, want wij waren weer bevriend.
Ik herinner mij niet meer of
hij een beruchte collega was, of de dorpsgek, of een vreemde bezoeker. Hij had
bolle wangen, een dikke sensuele mond en krulhaar. Wie, maar wie was die man?
NO
Net voor ik wakker werd
doemde een masker voor me op, een wit masker, zoals in het No theater. Perfect
ovale gelaatsvorm, grote starende ogen, zwart omrand. Het masker naderde, het
werd meer en meer angstaanjagend. De
oogkassen leken zwarte, gevaarlijke gaten.
Zelfs toen ik definitief
ontwaakte en me aarzelend bewoog in bed, bleef het masker net vóór mij zweven,
de ogen staarden me dreigend aan. In het geheel duurde dit maar een paar
tellen. Ik was wakker en droomde tegelijk. Ik keek en ik keek terug, mijn
gelaatsspieren deden pijn en ik had kramp. Daar zag ik de vertrouwde contouren
van mijn slaapkamermeubeltjes.
Had de indruk dat ik door
strak te staren het No-masker had doen verdwijnen.
Maar gerust was ik er niet
op.
Uit: A Study of
Dreams, Frederik van Eeden.
Droom nummer 97
Volgens oude boeddhistische voorschriften moet je inslapen
op je linkerzij: zo wordt het hart minder belast! Levensregels van de sharia zeggen idem
dito. In mijn droom lag ik echter op mijn rechterzij, een shrimp. Het is te zeggen, ik
lag niet in rechte lijn, maar in een boog. Een roze garnaal.
- lag achter mij, dicht tegen mij. Die zachte mannelijkheid. Hoe zeggen ze dat, lepeltje, lepeltje. Voelde me warm en gelukkig. Zweefde als het ware, alsof ik droomde en droomde in een droom. Glimlachend, glimlachend als een godje.
- ewoog (eindelijk) een harige hand naar mijn onderlichaam? Mijn schaamlippen en venusheuvel omsloten. Gekoesterd konijn. Genieten. Toen wakker geworden tegen heuvels van dekens, mijn vingers graaiend in mijn kutje.
- alled the fourth type, of dreams, vivid dreaming, differs from ordinary dreaming principally in its vividness and the strong impression it makes, which lasts sometimes for hours and days after waking up, with a painfully clear remembrance of every detail.
- reams of the fourth type are generally extremely absurd, or untrue, though explicit and well-remembered. The mind is entirely dissociated and reintegration is very defective.
- Uit: A Study of Dreams, Frederik van Eeden.